Tijd is een gek ding. Nooit zie je ‘m veranderen, steeds is de tijd veranderd. Verandering van dingen meet je met tijd. De verandering van de tijd zelf kun je niet meten, want ’t is altijd NU. Of zou je de verandering van tijd kunnen meten aan de verandering van de dingen? Als je op je horloge kijkt meet je de verandering van tijd af aan de verandering van de stand van de wijzers. Is vreemd want voor het zien van verandering heb je het veranderen van tijd toch eerst nodig.
Het wordt nooit vroeger en nooit later. Het is altijd NU. Wat geweest is herinner je je, kun je je weer te binnen brengen. Maar het beeld in het NU is niet het beeld dat je TOEN had en is al helemaal niet de werkelijkheid van TOEN. En ongetwijfeld is het beeld van STRAKS dat je je NU voorstelt anders dan het beeld dat je zult zien als STRAKS NU geworden is. Je veranderde ervaring maakt sowieso andere beelden. En de werkelijkheid speelt ook mee. En het blijft de vraag wat beelden ooit met de werkelijkheid te maken kunnen hebben.
Tijd gaat altijd voorwaarts, keert in werkelijkheid nooit terug. Dat is een hele troost als je iets vervelends moet doorstaan en heel jammer als je iets fantastisch mee maakt. Alles gaat voorbij.
De tijd kan ook stilstaan of voorbijvliegen. Dan gaat het om de beleving van tijd want de secondewijzer op je horloge beweegt even snel. En dat stilstaan of voorbijvliegen constateer je nooit op het moment zelf maar altijd daarna, als je normale tijdsbeleving weer is hersteld. Op het moment zelf is er geen besef van tijd, ben je ’tijdloos’.
Als je ’s ochtends wakker wordt blijkt de tijd voorbij te zijn gevlogen. In dromenland is geen tijd; die is pas weer als je wakker wordt.
Op de een of andere manier lijkt tijdsbeleving te maken te hebben met de intensiteit van ervaring. En misschien ook wel met de mate waarin je binnen en buiten als een geheel ervaart. Een kwartier kijken naar het journaal op TV gaat sneller voorbij dan een kwartier mediteren. En na een gezellige avond met vrienden kun je op je horloge zien dat de tijd voorbij is gevlogen.
We zijn tijdloze wezens, want we hebben een klok nodig om te weten hoe laat het is.